8-7-2025

Digital Product Passport - tijd voor duidelijkheid over vastleggen en delen van productdata

De introductie van een universeel Digital Product Passport (DPP) is weer een stap dichterbij. De benodigde standaarden voor data-uitwisseling zijn in concept klaar en liggen vanaf deze maand ter inzage. Jan Merckx van GS1 roept iedereen op om van die mogelijkheid gebruik te maken en feedback te geven. “We komen steeds dichter bij het punt dat de puzzelstukken klaar zijn en we daadwerkelijk kunnen starten met het leggen van de puzzel.”

Digital Product Passport - tijd voor duidelijkheid over vastleggen en delen van productdata - Digital Product Passport
Veel wet- en regelgeving uit de Green Deal wordt momenteel afgezwakt of uitgesteld. Maar dat geldt niet voor het Digital Product Passport (DPP). “Integendeel”, stelt Jan Merckx, projectleider DPP bij GS1 Nederland en voorzitter van de NEN-werkgroep die zich bezighoudt met standaardisatie van het vastleggen en delen van de productdata voor het DPP. “Het verminderen van de regeldruk komt voort uit de wens om de administratie voor bedrijven te vereenvoudigen. Het DPP levert juist daaraan een belangrijke bijdrage. En dat wordt erkend door de Europese Unie. In Omnibus IV, het maatregelenpakket met nieuwe afspraken, wordt DPP specifiek vermeld als instrument voor administratieve vereenvoudiging.”

DPP laat bedrijven met elkaar praten

Merckx legt uit dat het DPP meer is dan een digitaal instrument om de levensduur van producten te verlengen en recycling te bevorderen. “Via het DPP kunnen we productinformatie delen met iedereen die betrokken is bij het maken, verkopen, gebruiken, onderhouden, herstellen of verwerken van producten. Daarvoor is het van belang dat we afspraken maken over de inhoud van het DPP. Welke instructies voor bijvoorbeeld onderhoud of reparatie moet de fabrikant daarin zetten, zodat partijen verderop in de keten daarmee aan de slag kunnen gaan?” 

Een heel andere vraag is hoe we die data moeten vastleggen en met elkaar delen. “Dan praten we niet meer over de inhoud, maar over de architectuur”, stelt Merckx. “Als we daar goede afspraken over maken, kunnen we die ook inzetten voor het uitwisselen van data voor andere wetgeving. Dat is administratieve vereenvoudiging waarnaar de EU zoekt en de reden waarom de ontwikkeling van het DPP is versneld", stelt Merckx. “Normaal neemt een dergelijk complex standaardisatieproces drie jaar in beslag. De EU heeft ons anderhalf jaar de tijd gegeven.”

Als we goede afspraken maken, kunnen we die ook inzetten voor het uitwisselen van data voor andere wetgeving.

Neutraal mechanisme nodig

GS1 ontwikkelt en beheert al jarenlang een set standaarden: afspraken die het vastleggen en delen van productdata in de markt voor consumentenproducten efficiënter, sneller en betrouwbaarder maken. Het probleem is dat andere sectoren zoals de chemie, auto-industrie of bouwsector weer andere standaarden worden gebruikt. Het uitwisselen van data tussen verschillende sectoren is cruciaal voor een duurzame economie, bijvoorbeeld om informatie over chemische grondstoffen op te nemen in het DPP van bijvoorbeeld autobatterijen, textielproducten of bouwmaterialen. Door het gebruik van al die verschillende standaarden is dat in de praktijk erg lastig.

Merckx maakt de vergelijking met het spoornetwerk. Spanje, Portugal en de landen van de voormalige Sovjet-Unie hanteren een andere spoorbreedte dan de rest van Europa. In plaats van in die landen het spoor te vervangen, is het handiger om een mechanisme in te zetten waarmee spoorvervoerders hun treinen kunnen omsporen. “In plaats van alle sectoren te vragen om over te schakelen op nieuwe standaarden, is het handiger om een neutraal mechanisme te ontwikkelen dat kan praten met de bestaande standaarden. Het DPP biedt het mechanisme dat voor die interoperabiliteit zorgt.”

Feedback geven nu mogelijk

De afgelopen jaren hebben vertegenwoordigers uit alle sectoren hard gewerkt aan het ontwikkelen van standaarden die het mogelijk maken om via het DPP data uit te wisselen. Merckx is daarbij betrokken als voorzitter van de DPP-werkgroep van NEN, de Nederlandse normalisatie-organisatie. Als afgevaardigde van de NEN is hij lid van meerdere DPP-werkgroepen van CEN. “De EU heeft aan CEN en CENELEC, de Europese normalisatie organisaties, het mandaat gegeven om nieuwe standaarden voor het DPP te ontwikkelen. Als GS1 brengen wij meer dan vijftig jaar kennis en ervaring in over het opzetten en beheren van tools voor het wereldwijd vastleggen en delen van data. Dus wij brengen graag onze kennis in over welke architectuur nodig is om data te kunnen delen.”

Het werk heeft geresulteerd in acht nieuwe standaarden, waarvan de concepttekst gereed is. Die is nu gepubliceerd door onder meer de NEN en ligt voor iedereen ter inzage. “Iedereen heeft nu de gelegenheid om de conceptteksten te lezen, te interpreteren en te controleren of daar iets in staat dat onverenigbaar is met zijn bedrijfsvoering. Je kunt voor 18 augustus feedback geven waar dat wenselijk is. Als de periode voorbij is, komen de werkgroepen weer bijeen om alle feedback te verwerken. Op 30 maart 2026 kunnen we dan de definitieve standaarden publiceren, en is voor iedereen duidelijk hoe je data moet vastleggen en delen voor het paspoort.”

Als GS1 brengen wij meer dan vijftig jaar kennis en ervaring in over het opzetten en beheren van tools voor het wereldwijd vastleggen en delen van (product)data.

Acht standaarden nodig voor verschillende onderdelen

Waarom zijn maar liefst acht standaarden nodig? “Omdat we afspraken moeten maken over verschillende onderdelen”, zegt Merckx. “Allereerst zijn afspraken nodig over identificatie en de datadrager voor de identificatie van producten, of dat nu een QR-code of RFID-tag is. Daarnaast hebben we standaarden opgesteld over bijvoorbeeld de veiligheid van de data en de koppelingen tussen IT-systemen. Alle acht standaarden vormen samen de architectuur die nodig is om op geautomatiseerde wijze een veilige en efficiënte data-uitwisseling mogelijk te maken.”

In afwachting van de definitieve standaarden wordt al veel ervaring opgedaan met de praktische invulling van het DPP. Binnen het programma CIRPASS-2 werken vier sectoren - textiel, elektronica, bouw en banden - aan concrete pilotprojecten. “Daarin brengen we partijen uit bestaande ecosystemen samen om te onderzoeken hoe we het DPP in praktijk kunnen brengen en waar het bedrijfsleven later weer zijn voordeel mee kan doen.”

Textielbedrijven moeten aan de slag

Vooral in de textielsector zijn bedrijven al aan de slag met de voorbereidingen voor het DPP, ook al heeft de EU nog altijd niet bekend gemaakt wat de inhoud van het DPP van die producten moet zijn. "Als eerste is het DPP voor batterijen van bijvoorbeeld elektrische voertuigen aan de beurt. In wetgeving is inmiddels vastgelegd welke informatie daarin moet staan”, weet Merckx. “Daarna komen de paspoorten voor textiel en metaal, maar het kan nog wel een jaar duren voordat precies duidelijk is welke data daarin moeten worden opgenomen.”

Dat mag echter geen reden zijn om af te wachten. Integendeel, Merckx roept textielproducenten op om aan de slag te gaan en ervaring op te doen. Daarvoor is het niet nodig om tot in detail te weten welke eisen de EU aan de inhoud stelt. “Bedrijven die overtuigd zijn van het belang van verduurzaming en toewerken naar een circulaire economie, weten welke informatie daarvoor nodig is”, stelt Merckx. “Bovendien kiest de EU voor een gefaseerde aanpak. Allereerst zullen eisen worden gesteld aan de data die op korte termijn de grootste duurzaamheidswinst oplevert. Stap voor stap zal meer data worden toegevoegd.”

Puzzelstukken zijn klaar

Merckx kijkt vol tevredenheid naar het tot nu toe doorlopen traject. “Standaardisatie van data-uitwisseling is een lang en ingewikkeld proces. Langzamerhand komen we nu bij het punt dat de puzzelstukken klaar zijn en we daadwerkelijk kunnen starten met het leggen van de puzzel. Stapje voor stapje groeien we toe naar een wereld met duurzame producten.”

Wil je meer weten over de voorgestelde standaarden en over hoe je ook feedback kunt geven? Neem dan contact met ons op via info@gs1.nl.