- Het verbeteren van de kwaliteit van zorg door de specialisten spiegelinformatie te geven en door te benchmarken (vergelijken).
- Het meten van het functioneren van implantaten door deze in de tijd te volgen.
- Het faciliteren van een “recall” in geval van een veiligheidskwestie met een bepaald type implantaat.
Registratie LIR én kwaliteitsregisters
De wettelijke verplichting om implantaatgegevens in het patiëntendossier vast te leggen en aan het LIR door te geven staat los van de kwaliteitsregistraties. Het LIR dient primair de traceerbaarheid van implantaten en als toezichtinstrument voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Het is belangrijk dat implantaatgegevens zowel in het LIR als in kwaliteitsregisters worden vastgelegd, omdat naast het kunnen traceren van implantaten ook andere aspecten bijdragen aan de kwaliteit van zorg.
Het LIR en kwaliteitsregisters zijn volledig ingericht op de Unique Device Identifier. Met een simpele scan legt u informatie van een implantaat vast.
Het bereik van informatie uit de kwaliteitsregisters van de wetenschappelijke verenigingen is (veel) breder en wordt onder meer gebruikt voor het zelflerend vermogen van beroepsgroepen, signalering, benchmarking en de kwaliteitsindicatoren van de IGJ. Kwaliteitsregisters zijn net als het LIR volledig ingericht op de Unique Device Identifier (UDI), waardoor informatie van een implantaat door middel van barcodescanning kan worden vastgelegd.
De zorginstelling (ziekenhuis of kliniek) registreert in het kwaliteitsregister per patiënt de gebruikte implantaten samen met de klinische patiënt- en operatiegegevens. Daarnaast wordt er bij een vervanging of verwijdering van een implantaat ook de reden hiervoor geregistreerd. Hierdoor kan er tijdens het genereren van spiegelinformatie of implantaatmonitoring ook gecorrigeerd worden voor belangrijke patiënt- of operatiefactoren.