Onder regie van het ministerie van VWS hebben de brancheorganisaties uit de zorg (Nefemed, FHI, FME, NFU, NVZ en ZKN) in 2017 afspraken ondertekend voor het eenduidig coderen van medische hulpmiddelen (ADC) en het uitwisselen van artikelgegevens. De eenduidige codering maakt het scannen van barcodes mogelijk om te kunnen traceren bij welke patiënt welk medisch hulpmiddel is gebruikt.
Met GS1 standaarden kunnen wij u helpen
Fabrikanten moeten alle medische hulpmiddelen die op de implantatenlijst (zie bijlage 4 afsprakendocument) staan van een UDI (Unique Device Identification) voorzien en bijbehorende artikelgegevens met zorginstellingen delen.
Met GS1 barcodes en GS1 Data Source Healthcare kunnen we fabrikanten en zorginstellingen helpen aan de afspraken te voldoen. Hoe werkt dat?
- U wijst een UDI toe aan elke versie of ieder model van het medisch hulpmiddel dat op de implantatenlijst in het afsprakendocument staat.
- U plaatst de UDI in tekstvorm én als symbool duidelijk en makkelijk scanbaar op alle verpakkingen (primair en secundair).
- U wisselt productgegevens uit met afnemers, zoals zorginstellingen en overheden. Dit kan met GS1 Data Source Healthcare. U kunt dan ook voldoen aan internationale wetgevingen zoals de U.S. FDA en MDR.
Eenduidige codering van medische hulpmiddelen zorgt voor een hogere patiëntveiligheid en betere efficiency:
- Door het scannen van een eenduidige (bar)code is altijd duidelijk bij welke patiënt welk medisch hulpmiddel is toegepast. Daardoor kan de patiënt eerder worden ingelicht en kan de zorgverlener sneller actie ondernemen, bijvoorbeeld in het geval van een recall.
- Meer inzicht in de voorraad. De voorraad is door de hele keten beter te beheersen en aan te sturen. Met behulp van expiratiedata kan men verspilling terugdringen.
De afspraken zijn in lijn met het LIR en de MDR.