
De datapool van GS1 wordt ingezet als gemeenschappelijke bron voor alle vereiste consumenteninformatie. Ingrediënten, allergenen én logistieke data in één databank. Het tempo waarin de data worden gecontroleerd moet echter omhoog. In het magazine van foodmagazine/distrifood 'De Top' geven GS1, de FNLI en het CBL hun visie op het gemeenschappelijk belang van DatakwaliTijd 2.0. Vandaag het laatste deel: Marian Geluk van de FNLI aan het woord.
“De FNLI hecht waarde aan betrouwbaarheid van productgegevens en vindt het daarom van belang dat informatie voor consumenten direct afkomstig is van de oorspronkelijke bron: de fabrikant of de merkhouder. Daarom maken industrie en retail gebruik van één database voor een eenduidige en betrouwbare registratie en uitwisseling van productinformatie.”
“Kwaliteit (juistheid en volledigheid) van productgegevens in GS1 Data Source is uitermate belangrijk. Daarom heeft de FNLI, samen met GS1 Nederland, retailers en fabrikanten hard gewerkt aan de ontwikkeling van een veelomvattend datakwaliteitsplan. Doel van dit plan is het bieden van gegarandeerde datakwaliteit van zowel etiket- als logistieke informatie ten behoeve van consumenten, afnemers en professionele informatiegebruikers. De FNLI heeft commitment gegeven aan deze gezamenlijke aanpak, waarmee wildgroei wordt voorkomen. We hechten vooral belang aan de gezamenlijkheid van deze aanpak.”
‘Wij zien een belangrijke rol voor retailers om de noodzaak van deelname te benadrukken’
Wat is uw gevoel? Leeft het onderwerp voldoende binnen uw achterban?
“Dit onderwerp leeft zeker bij de FNLI-achterban. Iedereen begrijpt het enorme belang van online. Geen enkel bedrijf wil dat er foutieve informatie over zijn producten de consument bereikt. Wat je wel ziet is dat bedrijven er verschillend mee omgaan. Sommigen zijn nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het programma. Er zijn bedrijven die de gehele invoer van hun productgegevens uitbesteden en weer anderen werken hard aan de controles en eventuele verbeteringen die daaruit voortkomen.”
Mooi natuurlijk dat al zo veel bedrijven hun zaken op orde hebben. Wat is het probleem bij de bedrijven die deze aanpassingen laten liggen, denkt u?
“Er zijn inderdaad bedrijven die op dit moment (nog) niet meedraaien in het datakwaliteitsprogramma. Dit kan enerzijds komen doordat ze nog niet zijn opgeroepen producten te laten controleren. Voor bedrijven die wel zijn opgeroepen speelt een aantal zaken een rol. Zo zien we dat de ingevoerde informatie in GS1 nog niet door alle marktpartijen volledig wordt gebruikt. Dat stimuleert niet. Bedrijven investeren veel tijd en financiële middelen in het programma. Tevens hebben bedrijven gewacht op het moment dat meerdere controlerende partijen gecertificeerd waren door GS1 én op volle kracht konden draaien.”
Wat zou het antwoord van de FNLI (moeten) zijn op deze bedrijven die nog niet zo ver zijn?
“Het is van groot belang dit programma gezamenlijk tot een succes te maken zodat op een zo efficiënt mogelijke wijze data uitgewisseld kan worden via één betrouwbare bron. Tevens zien wij een belangrijke rol voor retailers om de noodzaak van deelname aan het datakwaliteitsprogramma te benadrukken.”
Wat doet de FNLI binnen de eigen organisatie om de datakwaliteit van producten te verbeteren? Is het een agendapunt, of is er een eigen promotiebeleid?
“De FNLI wijst fabrikanten regelmatig op het belang en de ontwikkelingen binnen het datakwaliteitsprogramma van GS1. Daarnaast proberen wij bedrijven zo goed als mogelijk te helpen mochten zij tegen onduidelijkheden en/of problemen aanlopen.”
Gisteren en eergisteren verschenen de delen van dit artikel met het CBL en GS1 en aan het woord.